You are here
Home > Blog > JoArt rent > Snelheidsbegrenzer

Na de afgelopen (te) magere weken wil ik weer wat serieuzer opbouwen: hopelijk richting 80 km in 4 à 5x lopen.

Ik heb behoefte aan een (vaster) ritme. Na de marathon op 16 oktober is het toch allemaal wat rommeliger geworden, wat lopen betreft. En ik wil heel graag op 19 maart een poging kunnen wagen om onder de 1:20:00 te kunnen lopen op de halve marathon.

En na de afgelopen rustigere weken, lijkt dit dé week om weer echt in het ritme te komen. We gaan het zien!

Waarschijnlijk (hopelijk) zien de weken er dan (ongeveer) als volgt uit:

  • ma:  rust
  • di:    Q, interval (bijv 6*1000m)
  • wo:  rust
  • do:   Qinterval (bijv 12*400m)
  • vr:   E, d2, 60′ à 90′
  • za:   ½Qtempo dl van max. 45′: bijv 4*3km @4’00”/km  (p=1km)
  • zo:   E, d1 à d2 90′ à 120′

Wellicht een idee om tijdens de dinsdag- en donderdagtrainingen niet sneller te willen gaan dan zoals de tijden in onderstaande tabel:

afstand tijd per 200m per 400m
1200m 4.27 0.45 1.29
1000m 3.40 0.44 1.28
800m 2.54 0.43 1.27
600m 2.09 0.43 1.26
400m 1.24 0.42 1.24
300m 1.02 0.41
200m 0.40 0.40

Deze tijden passen bij het lopen van een 10 km wedstrijd in 0:36:00.

Één van de ideeën is: “pieken tijdens de wedstrijden en niet tijdens de trainingen.” Tijdens de trainingen vooral gecontroleerd snel lopen.

Het gevoel is vaak dat het wel lekker gaat tijdens bijvoorbeeld de 1000-tjes. Maar na iedere 1000m is er dan een pauze om weer wat tot rust te kunnen komen. De vraag is dan: “komen spieren en pezen dan óók tot rust?” Dat weet je niet. Het kan best zijn dat bijvoorbeeld de achillespees na een harde trainingsweek van 100% naar 98% is gegaan en de week erna naar 96%. En zo gaat de staat van de pees structureel, zonder het te merken, licht achteruit. Oftewel: een nieuwe blessure ervaar je wellicht pas wanneer het te laat is. Daarom lijkt een vorm snelheidsbegrenzing wel zo nuttig. En bovenstaande tabel kan voor onze groep die snelheidsbegrenzer zijn.

Overigens noem ik natuurlijk niet voor niet de achillespees in het voorbeeld. Sinds april is er niet één dag geweest dat ik mijn linker achillespees niet voel. Maar het werd nooit erger. Kennelijk trainde ik dus precies binnen m’n grenzen. En dat wil ik graag zo houden!

Maar … waarom moet het nu tóch anders?

Nou … omdat we nu niet trainen voor een marathon, maar voor een 10 km en een halve marathon.

Is toch anders! En dus wordt het trainen ook anders!

Top